Schrijven is ook een van mijn passies. Met enige regelmaat schrijf ik een blog. In eerste instantie schreef ik deze alleen voor de nieuwsbrief van school, maar ik kreeg zulke leuke reacties! Bij deze zijn mijn blogs hier te lezen!

 

Skills

Skills; Leerlingen Mobiliteit & Transport worden vijfde van Nederland!


Op de website van worldskillsnetherlands staat het volgende:


Nederlands kampioenschap vakwedstrijden


Welkom bij Skills The Finals, hét evenement waar de beste vmbo-leerlingen en mbo-studenten van Nederland
hun vakmanschap tonen! Meer dan 600 gedreven jongeren strijden in hun vakgebied om de felbegeerde titel:
Nederlands Kampioen. De finalisten? Dat zijn de toppers die na voorrondes en kwalificatiewedstrijden, door
zijn naar de finale.


Als je dit leest word je toch direct enthousiast?! Ik in elk geval wel en velen met mij.
Stad & Esch biedt 7 van de 10 vmbo profielen aan, wat natuurlijk al heel mooi is. De
meeste profielen doen elk jaar weer hun uiterste best om die finale te halen. Dit jaar
is dit alleen Mobiliteit en Transport gelukt. Nu moet ik wel zeggen dat er ook een hele
fanatieke docent voor deze groep leerlingen staat. Altijd gedreven om het beste uit
de leerlingen te halen. Hij pusht ze altijd net even wat meer, waardoor leerlingen
soms tot dingen in staat zijn die ze zelf niet verwacht hadden. Hij is zelf van zijn 17de
tot 32ste in de werkplaats werkzaam geweest en weet dus wel wat er van je gevraagd
wordt. Deze fanatieke houding zorgt soms voor wat wrijving en leerlingen moeten
hier soms wel wat aan wennen, maar zoals we zeggen ‘zonder wrijving geen glans’
en deze glans komt er bijna altijd. Dat bewijzen de jongens van dit jaar ook maar
weer door de finale te halen. Zelf ben ik mentor van de mobiliteit-klas en meerdere
leerlingen hebben afgelopen jaren de finale gehaald. Als mentor maakt mij dit altijd
enorm trots. Maar het is echt een aangelegenheid voor de praktijkdocenten en
helaas niet voor de AVO-docenten. Andere jaren volgde ik het hele gebeuren dan ook
altijd van een afstand, Ik werd op de hoogte gehouden d.m.v. filmpjes en foto’s van
mijn collega en de leerlingen en via de livestream keek ik dan de finale mee. Dit jaar
kon ik mee zonder dat er lesuitval zou zijn, dus ben ik na jaren meekijken van een
afstandje, zelf meegegaan. En wat een fantastisch evenement. Supergoed
georganiseerd en één grote lofzang voor het (v)mbo. De algemeen directeur van de
Skills vertelde voor de prijsuitreiking aan alle leerlingen hoe trots ze mogen zijn op
zichzelf en niet alleen omdat ze de finale bereikt hadden. Nee hij zei dat de vmbo-
leerlingen de gouden combinatie hebben; gouden handjes en een goed stel
hersenen. Want die handjes moeten toch aangestuurd worden en dit wordt vaak
onderschat. Ik was echt geraakt toen hij dit zei. Ik heb hier al vaker over geschreven,
maar ik vind dat het (v)mbo nog steeds vaak een negatieve lading heeft en dat onze
leerlingen niet de credits krijgen die ze verdienen. Deze dagen waren een
bevestiging van de vele kwaliteiten van vele (v)mbo-leerlingen en het was fantastisch
om dit mee te mogen maken.


Ik neem jullie kort mee in deze twee dagen:


Na dus de voorrondes gewonnen te hebben, mochten Daan Hoekman en Roel
Martens naar de finale. Woensdag mochten de heren zich eerst melden in
Hoogeveen bij Paviljoen Nijstad voor de teambuildingsochtend. Daar kwamen de tien
beste teams van de profielen uit de regio bijeen. Na een goede lunch werden we
vervoerd met de bus naar de Amsterdam RAI, waar alle teams van Nederland
gepresenteerd werden. Daarna vertrokken we naar het Europarcs Poort van
Amsterdam om daar te overnachten. Donderdag rammelde de wekker vroeg voor het
ontbijt want de wedstrijd begon om 9.00 uur en het was nog wel een stukje rijden
naar de RAI. Deze wekker was echter niet nodig, want zowel de beide jongens als wij
als docenten waren al wakker. Spanning? De jongens zeiden van niet, maar de
gezichten stonden toch wel wat strak…
De finale bestond uit een 5-tal opdrachten die met mobiliteit en transport te maken
hebben; remmen controleren, bandreparatie, storing in elektrisch circuit opsporen,
een magazijn opdracht en een routeplanning maken.
Terwijl de jongens aan het knokken waren tijdens de wedstrijd hebben wij
rondgekeken bij alle profielen en op de mbo-afdeling. Tijdens de wedstrijd mag er
absoluut niet tegen de finalisten gesproken worden. Je mag kijken, maar niets
zeggen. Maar er is dus genoeg te doen en te zien! Vele scholen uit de omgeving
waren er dan ook om te kijken. Voor leerlingen is dit ook echt een fantastisch
evenement. Er was van alles te doen en te ontdekken. Voor leerlingen die nog niet
goed weten welke mbo-opleiding ze willen gaan doen een mooie kans om te zien wat
er allemaal is en wat het inhoudt.
Om 14.30 uur gingen we dan echt aftellen en was het einde wedstrijd. Niets meer
aan te doen, de tijd was om en alle leerlingen hadden gestreden. En nu wachten tot
17.00 uur, want toen startte de finale. Ook dit werd groots aangepakt. Eerst werden
we getrakteerd op een mooie dansshow van leerlingen van een dansschool om
vervolgens van alle tien de profielen een compilatiefilmpje te zien van de wedstrijd.
Daarna werden de drie best scorende teams in willekeurige volgorde het podium op
geroepen en de derde, tweede en eerste plek bekend werden gemaakt.
Aangekomen bij het profiel M&T werden wij als docenten toch ook wel erg
zenuwachtig. Naast ons zaten de trotse ouders van onze jongens die ook gespannen
toekeken. Toen de drie besten het podium opgeroepen werden en wij daar niet
bijzaten, overheerste eerst toch teleurstelling. Zowel bij de docent als bij de jongens
zelf. Gelukkig konden we dit al snel omzetten in trots, want dat zijn we zeker op onze
jongens, net als hun ouders en dit moeten ze ook zeker op henzelf zijn. Wat een
prestatie: vijfde van Nederland!!

Lees meer »

'Werken' wat een vies woord.

Mijn hobby is werken en leren. Er zijn nogal wat mensen die dit raar vinden, maar
het is echt waar. Ik vind mijn werk leuk, maar niet alleen mijn werk als docent.
Andere werkzaamheden vind ik ook leuk om te doen; vandaar dat ik naast mijn baan
op Stad & Esch ook een eigen bedrijf heb. Verder kijk ik veel om me heen en zie ik
vaak banen voorbijkomen die mij ook leuk lijken. Ik ben opgevoed met het motto,
‘niet lullen, maar poetsen’. Veel van de dingen die ik bereikt heb, heb ik te danken
door te leven naar dit motto. Ik ben zeker niet de beste in wat ik doe, maar ik ben wel
goed in werken al zeg ik het zelf. Daarmee bedoel ik dat ik hard werk, doorzet als
het tegenzit, ga leren als ik dingen niet weet, betrouwbaar ben, loyaal ben en dat ik
creatief ben in mijn denken en niet bang ben om dingen ‘anders’ te doen. Jarenlang
werd ik hierom geprezen en kreeg ik dit terug tijdens gesprekken met collega’s,
medestudenten/cursisten, vrienden, familie etc. Maar sinds een paar jaar bekruipt
mij het gevoel dat hard werken steeds minder gewaardeerd wordt. Ik krijg met
regelmaat opmerkingen over mijn werkethiek, zoals; Jennita doet niet aan werken,
maar aan warken (hiermee wordt bedoeld dat werk mijn leven is), Jennita zegt dat
ziek zijn een keuze is (omdat ik me niet snel ziek meld en ik me weleens hardop
afvraag hoe het toch zo kan zijn dat sommige mensen werkelijk elk virusje
meepakken, maar ik heb genoeg ellende meegemaakt om te weten dat ziek zijn
geen keuze is), Jennita heeft meer dagen in een week nodig om alles te kunnen
doen (en ja daar zou ik inderdaad wel gelukkig van worden ;-)) en meer
opmerkingen in deze trant.
Daarnaast wordt er steeds vaker gezegd, ‘doe maar lekker rustig aan’ en ‘misschien
moet je je wat vaker ontspannen’. Ik krijg daar echt een beetje jeuk van. Ik word
namelijk niet blij van rustig aan doen, maar gefrustreerd. En wat is ontspannen? Is
dat dan niks doen? Want zoals gezegd word ik daar echt ongelukkig en rusteloos
van. Ontspannen is voor mij; sporten, wandelen, afspreken met vrienden, maar ook
wel lezen of een film/serie kijken. Maar de passieve manieren van ontspannen vind
ik maar even leuk, als ik dit te lang doe dan word ik dus rusteloos. En als je werken
nou gewoon leuk vindt om te doen, is dat dan toch ook ontspannend?
We weten allemaal denk ik wel dat als je ergens goed in bent het tegenovergestelde
je juist irriteert. Bij mij klopt dit zeker. Ik kan niet zo goed tegen luiheid. Sommige
mensen lopen al op een manier alsof alles zwaar en te veel is. Ja daar word ik
gewoon bijna agressief van. Dan denk ik ‘loop toch door’. Wat ik dus ook niet begrijp
zijn jonge mensen die net klaar zijn met hun opleiding en dan parttime gaan werken.
Wat doe je dan met al je vrije tijd? Vooral als je (nog) geen kinderen hebt? Wat doe
je dan? Ik kan me daar dus echt niets bij voorstellen. En waar ik eigenlijk gewoon
boos van word is dat deze zelfde mensen klagen over het niet kunnen kopen van
een huis of dat het allemaal zo duur is. Het enige wat ik dan denk is; ‘ja vind je het
gek, je werkt maar 3 dagen per week, ga dan gewoon fulltime werken!’
Van een leidinggevende heb ik een paar keer teruggekregen dat ik mijn werkethiek
niet op een ander mag leggen. Dat wat ik doe, ik niet kan verwachten van anderen.
Dat dit niet eerlijk is naar de ander, maar ook niet naar mezelf omdat dat hetgeen is
wat me het meest in de weg zit op het werk, waar ik zeg maar de meeste stress van
krijg. Dit probeer ik dan dus ook echt los te laten. Ieder zijn eigen tempo en manier
van werken. Maar dit vind ik dus wel heel lastig. Het lastigste hiervan vind ik de
laatste tijd dus echt dat ik mijn werkethiek niet op een ander mag loslaten, maar dat
dit andersom schijnbaar steeds normaler wordt. Tegen mij en iedereen die het maar
horen wil, mag wel gezegd worden, ‘doe eens wat rustiger aan’, maar ik mag dus
niet zeggen ‘werk eens wat harder en zeur wat minder’. Dat is toch niet eerlijk?
En dan onze maatschappij, die helpt ook niet echt mee. Er zijn allerlei toeslagen
voor mensen die het nodig hebben en begrijp me niet verkeerd, dat is natuurlijk
fantastisch. Maar.. het is toch raar dat sommige mensen beter af zijn met een
toeslag dan met een dag extra werken? Het niet werken wordt dan beloond en daar
zakt mijn broek echt van af. Daarmee zend je wat mij betreft een hele rare
boodschap uit.
Ik hoop eigenlijk dat hard werken weer loont. Dat dit weer een deugd wordt die we
onze kinderen meegeven. Dat je moeite moet doen om iets te bereiken, dat het je
allemaal niet komt aanwaaien en dat tegenslag en teleurstelling erbij horen. En ook
dat je niet de slimste, de beste of de knapste hoeft te zijn, maar dat je heel ver kunt
komen met gewoon hard werken.
Tot slot, kan ik zelf natuurlijk ook gewoon best veel leren van die mensen die mij
irriteren. Het zou echt niet verkeerd zijn om af en toe eens even niets te doen,
zonder schuldgevoel :-).

Lees meer »

Een ode aan de vrouw

Ik wil dit jaar graag afsluiten met een ode aan de vrouw. Net als vele anderen ben ik gek op de top2000. Elk jaar loop ik mezelf weer te pijnigen om tot 35 nummers te komen. Niet dat ik het moeilijk vind om 35 goede platen te bedenken, juist helemaal niet. Ik heb er juist veel te veel. Dus het is een kwestie van ‘kill your darlings’. Daarom heb ik dit jaar iets anders bedacht: ik ga alleen voor vrouwen. Dus alle mannen vielen af. Daar werd het meteen een heel stuk makkelijker van. Een hele boel nummers die normaal zeker in mijn lijst staan, haalden de lijst dus dit jaar niet, simpelweg omdat het niet door vrouwen gezongen wordt. Toch had ik ook dit jaar in de weken erna wel een paar keer het gevoel (na het bekijken van andermans lijsten) ‘o nee, deze had er ook in gemoeten, hoe kon ik die nou vergeten.’ Maar ja, net als elk jaar is het wat het is. Ingeleverd is ingeleverd. Eigenlijk net als toetsen op school, bij thuiskomst of bij het nabespreken denk je als leerling vaak, ‘tuurlijk dat wist ik wel’, maar ja ingeleverd is ingeleverd. Muziek is voor mij altijd enorm belangrijk. Het kan ervoor zorgen dat mijn humeur weer opknapt. Vraag dit maar aan mijn leerlingen. Pas nog had ik gewoon een enorme slechte dag of eigenlijk had ik een hele slechte week en die hele slechte dag was de vrijdag. De koek was gewoon even op. Mijn leerlingen vroegen me ook; ‘nou mevrouw is er iets aan de hand ofzo, u bent echt stront chagrijnig’. En ja dat was ik. Dus dat gaf ik toe, maar ook dat ik er even niks aan kon doen. Twee leerlingen zeiden toen: ‘mevrouw, misschien moet u even een muziekje opzetten’. Nou dat vond ik eigenlijk wel een goed idee. Het paste wel op dat moment, het was vrijdagmiddag, de leerlingen waren lekker aan het werk, dus ik dacht ‘waarom niet?’ Dus ik zette Spotify op en koos voor mijn rap en hiphop lijst en binnen no time was ik een beetje aan het meezingen en bewegen, wat ik al snel doe als ik goede muziek hoor. Ik knapte er direct van op. Zo fijn dat hier ruimte voor is en dat de leerlingen soms gewoon heel goed aanvoelen wat er nodig is. Maar het kan me ook heel verdrietig, nostalgisch, blij en goed laten voelen, ook zorgt het ervoor dat ik me soms weer 16 voel. Zet maar eens een happy hardcore plaatje op in mijn buurt en ik vind het enorm moeilijk om stil te blijven staan en niet meteen te gaan ‘hakkuh’. In mijn lijst staan dan ook allerlei uiteenlopende nummers van allerlei vrouwen die ergens in mijn leven iets voor mij betekent hebben met hun muziek. En waarom nou een ode aan de vrouw? Nou simpel omdat ik zelf een vrouw ben, een prachtige dochter heb, een hele lieve moeder en fantastische vriendinnen. En ook omdat vrouwen elkaar nogal eens afvallen. Ze roddelen over elkaar, kleineren andere vrouwen om zichzelf beter te voelen, liegen tegen elkaar, vertellen elkaars geheimen door, laten elkaar vallen en nog meer ellende. Geloof mij, ik ben echt geen heilige, van deze dingen heb ik er echt ook wel een aantal gedaan. Maar eigenlijk had ik altijd spijt achteraf. Waarom deed ik dat? Had ik dat echt nodig? Vaak is het ook bij mij gedaan. Ook dan vroeg ik mezelf af; waarom? Wat had ik gedaan dat zij dit mij aandeed? Op school zie ik dit ook veel. Meiden die elkaar kleineren om zichzelf beter te voelen. Roddelen, geheimen doorvertellen, alles wat wij als volwassenen ook doen. Op scholen is er zelfs een naam voor; ‘meidenvenijn’. Niet best toch? Dus voor alle vrouwen en meisjes: laten we elkaar niet afvallen, maar elkaar versterken. Het voor elkaar opnemen! Om terug te komen waar ik begon. Ongeveer een week nadat ik mijn lijst ingeleverd had kreeg ik een mail waarin stond welke nummers de lijst gehaald hadden. Wat een schok, van alle jaren dat ik een lijst maak hebben nog nooit zoveel nummers de lijst niet gehaald. Dus ook hier valt nog wel wat winst te behalen voor de vrouw. Want in alle eerlijkheid, bestonden mijn lijsten van vorige jaren toch ook uit voornamelijk mannen… Voor de mensen die benieuwd zijn welke nummers ik dan had ingediend hieronder een overzichtje. Fijne kerstdagen, geniet van de fantastische muziek, zowel man als vrouw, als band als wat dan ook en een goed uiteinde ☺

 

 

Lees meer »

Misschien moet je iets lager mikken

‘Mijn baan voelde daarnaast als veel meer dan alleen een baan. Het was ook een grote middelvinger naar alle mensen die ooit aan mij en mensen zoals ik, hadden getwijfeld. Het was een middelvinger naar de docent die zei dat ik iets lager moest mikken, naar de docent die in de hoorcollegezaal riep dat het ‘hier geen mbo was’ en naar de docent die me vertelde dat ‘deze kinderen echt niks kunnen’. Ik kon laten zien dat mensen zoals ik ook waarde hadden.’

Bovenstaande tekst komt uit het boek ‘misschien moet je iets lager mikken’. Als je nieuwsgierig geworden bent, ga hem dan vooral lezen.

Na jaren gewerkt te hebben in de jeugdzorg, werk ik inmiddels 10 jaar in het onderwijs. Als VMBO-docent. Een bewuste keuze. Waarom? Ik vind het een hele leuke doelgroep. Wel heb ik in die 10 jaar vaak het gevoel gehad dat ik het voor deze leerlingen moet opnemen. Er wordt zo minderwaardig over leerlingen op het VMBO gepraat. Wij mensen vinden het fijn om mensen in hokjes te plaatsen. En aan elk hokje hangen we dan ook graag een label. De labels die op het (V)MBO worden geplakt zijn vaak negatief net als de berichtgeving over het vmbo: ‘agressie op het vmbo het hoogst’, ‘leesvaardigheid op het vmbo ondermaats’, ‘meer scholieren geschorst vanwege wangedrag, meeste problemen op het vmbo’, ‘leerlingen zijn minder gemotiveerd voor school zodra ze naar de middelbare gaan, dit geldt voornamelijk voor de vmbo leerlingen’.

Nu las ik ook een stuk dat vmbo-leerlingen vaak minder zelfvertrouwen hebben dan havo en vwo-leerlingen. Hoe zou dat nou kunnen? Als berichtgeving vaak negatief is dan ga je dat ook wel geloven toch? Het vmbo wordt vaak bestempeld als lager onderwijs, er zijn ouders die alles op alles zetten om hun kind op minimaal de havo te krijgen, want o wee als je kind op het vmbo zit. Dit zit behoorlijk diepgeworteld in onze samenleving. En dit met alle tekorten in de praktische beroepen, ik begrijp het niet. Maar het zit er wel. Van meerdere vmbo docenten heb ik wel begrepen dat zij zich soms ook minder voelen dan havo-vwo docenten en dat deze zelfde docenten ook minderwaardig kijken naar de vmbo docenten. Waarom toch? Waarom denk jij dat je beter bent dan een ander omdat je een ‘hoger’ niveau hebt? Kun jij ook een huis vanaf de grond af opbouwen? Kun jij je eigen auto maken als deze kapot is? Kun jij de lekkerste gerechten maken die er maar te bedenken zijn? Sta jij naast het bed van die zieke vrouw? En ga zo maar door…

Laten we elkaar nu eens op waarde schatten en de talenten van elkaar zien in plaats van een ander naar beneden te halen (vaak om jezelf beter te voelen). Dit geldt voor onszelf als volwassenen, maar nog belangrijker voor onze kinderen. Geef ze zelfvertrouwen mee en laat ze hun talenten zien en doe niet minderwaardig over het (v)mbo. Laat je kind ook niet op zijn tenen lopen omdat deze koste wat het kost naar minimaal de havo moet! Waarom? Wordt je kind daar echt gelukkiger? Ook als hij continu het gevoel heeft het eigenlijk niet te kunnen? Dit is wederom een shoutout naar alle leerlingen op het (v)mbo! Jullie kunnen zo veel meer dan jezelf denkt, maar ook dan heel veel anderen. Ik en velen met mij kunnen nog heel veel van jullie leren. Geef niet op, ga voor wat je leuk vindt en waar je gelukkig van wordt, wat het ook is!

Lees meer »

The rose that grew from concrete

Van de week had ik een rondje gefietst op mijn racefiets en ik kwam
terug en terwijl ik aan het rekken en strekken was keek ik door mijn raam
naar buiten en zag daar bij onze schuur tussen de stenen een klaproos
groeien. Het raakte mij en ik vond het zo mooi dat ik er direct een foto van
maakte. Ik moest namelijk direct denken aan het gedicht van Tupac Shakur; ‘the
rose that grew from concrete’. Dit gedicht behandel ik vaak in mijn lessen.

Tupac was een rapper die opgroeide in slechte wijken, met een moeilijke thuissituatie. Zijn
moeder zat tijdens haar zwangerschap voor een groot gedeelte in de gevangenis en
ook zijn stiefvader zat toen Tupac 12 was in de gevangenis. Ook ging hij om met
‘verkeerde lui’ en kwam in aanraking met politie en justitie. De roos staat voor hoop
en weerstand en moedigt mensen aan om door te zetten ondanks de uitdagingen die
ze tegenkomen.


Ik vind het altijd supermooi en waardevol om het hierover te hebben met mijn
leerlingen. Er zijn best veel leerlingen waarbij het allemaal niet vanzelf is gegaan,
sommige hebben echt al zoveel ellende meegemaakt dat is echt schrijnend. En
daarnaast zijn er steeds meer leerlingen met een stempel. Ik probeer ze dan met
behulp van dit gedicht mee te geven dat wat er ook gebeurt in je leven, hoe erg ook,
zij altijd de keus hebben hoe ze hiermee om gaan. Gebruik je de ellende, het
verdriet, de stempel als excuus of probeer je het juist om te zetten in kracht. Tupac
had ook zeker geen makkelijk leven, maar groeide ondanks dit toch uit tot een groot
artiest. Net als de roos die tegen de verwachting in toch uit het beton groeide. De
roos stond niet in een mooi aangelegd bloemenperkje, waar hij elke dag water kreeg
en waar er goed voor hem gezorgd werd. Nee, maar ondanks zijn omgeving groeide
de roos toch. Dat kunnen wij ook. Ondanks alle tegenslag en soms moeilijke
situaties kunnen wij ook allemaal uitgroeien tot iets moois. We moeten proberen om
de tegenslag niet in te zetten als excuus, maar juist te gebruiken als kracht.


Ik zie helaas best vaak dat leerlingen, maar ook hun ouder(s) bepaalde
moeilijkheden als excuus gebruiken. ‘Ja, maar daar kan hij niks aan doen, want hij
heeft een moeilijke thuissituatie, vroeger is er dit en dit gebeurt, hij heeft ADHD en
ga maar door. Laten we onze kinderen leren dat ze ondanks dat allemaal, zeker ver
kunnen komen. Laten we ze leren om het om te zetten in kracht en het niet te
gebruiken als excuus. Ik zeg niet dat we net moeten doen alsof het er niet is, zeker
niet, maar wij zijn ze verplicht om ze te leren hoe om te gaan met verdriet, tegenslag,
stempels en noem maar op. Zodat ze opgroeien tot zelfverzekerde volwassenen die
om kunnen gaan met tegenslagen en die weten dat de wereld niet maakbaar is en
dat jij zelf verantwoordelijk bent voor je eigen geluk en dat geluk niet betekent dat
alles alleen maar op rolletjes loopt. Tegenslagen horen bij het leven en helaas is dit
niet eerlijk verdeeld. Ik wil nogmaals benadrukken dat er echt leerlingen zijn in
schrijnende situaties, maar juist daarom vind ik het belangrijk dat wij er voor ze zijn
door ze te leren het een plek te geven, erover te praten, er mee om te gaan, maar
niet door het voor ze op te lossen, of het pad voor ze schoon te vegen, alles en
iedereen op hun tenen te laten lopen om hen heen want daar helpen we ze niet
mee! Laat ze inzien dat ook zij kunnen uitgroeien tot een mooie roos!

Lees meer »

Fatsoen

Fatsoen betekent ‘goede manieren in de omgang’ volgens de Van Dale. Maar wat
zijn dan goede manieren? Goede manieren veranderen ook met de tijd. Waar ik
bijvoorbeeld als kind ‘u’ tegen mijn opa en oma moest zeggen, willen mijn ouders
niet dat mijn kinderen ze zo aanspreken. Jij en je is prima. Ik zei en zeg nog steeds
‘u’ tegen mensen die ouder zijn dan ik of mensen die ik niet ken. Mijn kinderen niet.
Soms wel, soms niet. Daar ben ik dus schijnbaar ook makkelijker in geworden.
Ik snap ook dat dingen veranderen met de tijd, maar ik moet eerlijk zeggen dat het
gebrek aan fatsoen wel echt iets is waar ik me dagelijks over kan opwinden. En
opwinden is dan nog voorzichtig uitgedrukt. Soms maakt het me boos of zelfs woest.
Ik heb al eerder over iets soortgelijks geschreven, maar zoals ik al zei houdt het me
nogal bezig. Het is zelfs voor mij zo dat ik af en toe twijfel over mijn baan als docent.
Dit geldt trouwens ook voor collega’s. De laatste tijd heb ik meerdere collega’s boos,
verdrietig, gefrustreerd en geïrriteerd gezien. En als ik ze sprak ging het vaak over
het gebrek aan fatsoen. Van leerlingen, maar ook soms van ouders.


We zijn geen bedienden in dienst van de leerling en/of de ouders. Wij zijn
vakmensen met een passie voor kinderen, anders doe je dit werk niet. Ik zeg niet dat
we perfect zijn, maar ik ga ervan uit dat iedereen gekozen heeft voor een baan als
docent vanuit liefde voor de leerlingen. We zullen fouten maken, we zullen dingen
doen die misschien beter of anders hadden gekund, maar we staan er wel. Dag in,
dag uit, omdat we gek zijn op ons werk. En ook kinderen hebben het recht om fouten
te maken, om het opnieuw te proberen en nog een keer een fout te maken. Maar er
zijn grenzen. En wij als volwassenen moeten deze bewaken. Het is niet normaal dat
een kind een docent (of anderen) uitscheld voor k****rh**r of k*tw**f of t****gl***r of
weet ik wat niet meer. Het is al helemaal niet normaal dat leerlingen de docenten
bedreigen. Toch wordt dit goedgepraat, ik kan daar niet bij. Vanzelfsprekend zijn wij
er om onze kinderen zo goed mogelijk te begeleiden, maar het opvoeden ligt toch
echt nog steeds voor een groot gedeelte thuis. En denk als ouder alsjeblieft niet: ‘dat
doet mijn kind niet’, want je bent er niet altijd bij. Je hebt geen idee. Vanzelfsprekend
hoop je dat jouw kind dat niet doet, ik zou het ook verschrikkelijk vinden als mijn kind
dat soort dingen zou doen. Maar ik zou het wel willen weten en geloof mij dan zullen
er ook zeker consequenties aan vast zitten. En soms, ja om eerlijk te zijn, zou ik wel
eens een camera bij me willen dragen om te laten zien hoe sommige leerlingen zich
gedragen.


Hoeveel van jullie praat wel eens met je kind(eren) over fatsoen? Thuis als ouder, of
op school als docent? Spreken jullie ze aan als ze de grens overgaan? Ook als dit in
de gangen (op school) of op straat gebeurt? Of kijk je weg? Ik denk dat wij als
docenten en als ouders de handen ineen moeten slaan en onze kinderen vertellen
wat fatsoen is. Wat kan wel en wat kan niet. Ga erover in gesprek. Maar praat niet
alleen, zorg ook dat je grenzen bewaakt! Alleen als we dit met z’n allen doen kunnen
we wat veranderen. Want er zijn velen die het met mij eens zijn, zowel collega’s als
ouders, als vrienden, noem maar op. Toch is er echt iets aan het veranderen in de
maatschappij. Laten we niet verder afglijden, maar laten we het woord ‘fatsoen’ weer
terugbrengen in onze actieve vocabulaire.


Zeg dat het niet normaal is als politici elkaar uitschelden of bedreigen. Zeg dat het
niet normaal is om brandweerlieden, ambulancebroeders, politieagenten uit te
schelden of nog erger aan te vallen. Zeg dat het gedrag van bepaalde
voetbalsupporters niet normaal is. Zeg dat het niet normaal is om te schelden of je
vinger uit te steken als er iets gebeurt wat je niet aanstaat, bijvoorbeeld in het
verkeer. Zeg dat je anderen niet moet (be/ver)oordelen op hun kleding, uiterlijk,
geloof, ras, huidskleur etc etc. Confronteer je kind(eren) met asociaal gedrag en laat
zien hoe het ook kan. Spreek mensen in je omgeving ook aan als zij zich asociaal
gedragen. Leef het voor! Geef het goede voorbeeld en vraag weer om fatsoen!
Want als we dit met z’n allen doen, doen we misschien ook iets aan al die tekorten in
het onderwijs, de zorg, de hulpdiensten etc. Dat zou toch mooi zijn. Want zonder al
deze mensen kunnen we niet, dus laten we wat meer respect voor ze hebben. En
dat begint volgens mij in de school! Als ouders en al het onderwijspersoneel samen!

Lees meer »

Verandering

Verandering? Waarom is het nodig? Waarom wil de een niets liever dan veranderen en duwt de ander de hakken
al in de sloot zodra het woord genoemd wordt? Wat is toch die weerstand op verandering? Waarom
willen wij graag dat dingen hetzelfde blijven? Waarom verschilt dit zo per mens?
Al jaren ben ik me hierin aan het verdiepen. Waarom? Omdat het me enorm bezighoudt. Ik loop hier namelijk
met regelmaat tegenaan. Ik ben namelijk één van die mensen die graag vernieuwd en altijd op zoek is naar hoe
dingen beter, slimmer, anders kunnen. Ik vind dingen ook snel saai. Dit is best lastig. Waarom?                                                       Omdat ik dus niet snel tevreden ben en erg onrustig.
Maar ook omdat veel mensen dit echt helemaal niet zijn. Het lijkt of zij sowieso tegen
verandering en vernieuwing zijn, vaak zonder te weten wat het eigenlijk inhoudt. Daarnaast
is er natuurlijk een hele grote middengroep die niet tegen verandering is, maar er ook niet
direct om staat te springen.
Die groep die vol tegen verandering en vernieuwing is of lijkt te zijn, zitten – zoals je kunt
verwachten – in mijn ‘allergie gebied’. Ik zit dit trouwens ook bij hen hoor, dus ik bedoel dit
niet als verwijt. Dit komt gewoon omdat wij als mensen anders in elkaar zitten. Maar ik
merk wel dat het mij enorm frustreert. Dit is dus de reden dat ik me hierin aan het
verdiepen ben. Ik heb er veel over gelezen en er zijn allerlei theorieën over
verandermanagement die mij in elk geval hebben doen beseffen dat ik die mensen niet
meekrijg hoe hard ik ook mijn best doe. Dit zorgt wel voor iets meer rust. De eerste
primaire reactie is wel irritatie, maar ik probeer daar niet direct op te reageren, maar even
stil te staan en na te denken waar het vandaan komt.
Ook vraag ik nu advies aan anderen als ik bijvoorbeeld een voorstel doe en ik stuit op
weerstand. Ik probeer aan iemand, die wat neutraler is, dus niet die kartrekker zoals ik (die
volgens anderen alleen maar wil veranderen om het veranderen) en ook niet die karhanger
(die volgens anderen sowieso niets wil), maar degene die een beetje in het midden zit. Ik
vraag dan of er in het voorstel iets zit, in mijn bewoordingen bijvoorbeeld wat voor
weerstand zorgt of ik vraag die ander wat ik zou kunnen veranderen om de weerstand
kleiner te maken. Ik merk wel dat dit zijn vruchten afwerpt als ik iets meer de tijd neem en
probeer het iets zorgvuldiger aan te pakken, in plaats van volle kracht vooruit wat ik het
liefste zou doen.
Eerder begreep ik echt niet waar die weerstand vandaan kwam en dit zorgde bij mij voor
onbegrip. Maar door mij hierin te verdiepen en te lezen over allerlei verschillende type
mensen, bijvoorbeeld in een boek over DISC, begrijp ik anderen iets beter. Eerder dacht ik
echt dat ik omringd werd door ‘idioten’, maar nu ik dit boek aan het lezen ben besef ik dat
ik óók een idioot ben, maar dan voor één van die andere kleuren. In het boek wordt
trouwens wel gezegd dat de ‘rode’ personen het vaakst het gevoel hebben omringd te
worden door idioten. Het zal jullie misschien niet verbazen dat ik dus nogal rood ben.
Daarentegen denk ik ook dat bepaalde werkplekken misschien beter geschikt zijn voor de
een dan voor de ander.
Om nu onze school als voorbeeld te nemen, wij schuwen geen verandering en
vernieuwing. Dat is voor mij bijvoorbeeld één van de redenen dat ik hier nog steeds (bijna)
elke dag met plezier naar mijn werk ga. En dat dit de eerste werkgever is waar ik het zo
lang volhoud. Maar dit betekent ook dat als je niet van verandering en vernieuwing houdt
je het hier best wel eens zwaar kan hebben. En de vraag is dan; ben je hier tegen bestand
of past een iets traditionelere school dan beter bij je? Ik heb het antwoord niet voor je,
maar ik denk wel dat het goed is om eens bij stil te staan.
O ja, ik ben trouwens ook blauw wat je misschien minder verwacht, maar ik verander niet
alleen om het veranderen, daar is echt eerst wel goed over nagedacht. En bij de
karhangers onder jullie zit ook een verhaal dus ik wil hier niemand mee voor het hoofd
stoten, hooguit wakker schudden. Fijne vakantie!

Lees meer »

De mobiele telefoon

Het blijft toch wel een dingetje die mobiel. Dat bleek vorige week maandag wel toen het
luchtalarm af ging om 12 uur. Enorm veel tassen gingen op dat moment af. Ja en dan ben
je erbij natuurlijk. De klas die ik op dat moment had, had dit ook heel goed in de gaten. Dus inleveren die
mobieltjes. De regel is natuurlijk ‘thuis of in de kluis’ dat weten we allemaal. Heb je hem toch
bij je dan is de afspraak dat ze de telefoon alsnog in de kluis doen en een groene brief
gaan halen bij de balie. Maar aangezien het om13 (ja treurig, ik weet het) mobieltjes ging en
dus ook om 13 leerlingen, besloot ik ze niet naar de balie te sturen. Mijns inziens was dat
niet echt collegiaal. Dan zitten zij daar met 13 leerlingen en al die anderen, want niet alleen in
mijn lokaal gingen telefoontjes af. Ook in omringende lokalen hoorde ik de telefoons
afgaan. Ik denk dat overal in de school wel telefoons afgingen en als we ze dan
allemaal op hetzelfde moment naar de balie sturen dan is dat ook iets te veel van het
goede.
Daarnaast zou meer dan de helft van de klas dan weg zijn en dat lijkt me ook niet
helemaal de bedoeling. Ik besloot dus om de telefoons in te nemen en ze hun
telefoons aan het eind van de dag weer op te laten halen. Dit betekende wel dat ik in
mijn pauze allemaal gestreste jongens voor mijn deur had, want ze hadden honger
en hun geld/pinpas zat achter hun hoesje. Dus nadat ik ze hun geld of pas had
gegeven, had ik ook pauze. Aan het eind van de dag mochten ze hem ophalen om
de volgende dag na te komen en in het Engels een betoog te schrijven waarom zij
zich niet aan de regels hoeven te houden, maar dat vanaf nu toch maar wel gaan
doen. Vanzelfsprekend ging ik extra letten op schrijfvaardigheidsonderdelen die we
net in de les behandeld hadden. Dan hebben ze er ook nog wat aan ☺.
Echter na wat rondvragen bij collega’s en leerlingen bleken anderen niet zo veel
actie te hebben ondernomen. Vaak mochten ze hem alsnog gewoon even in hun
kluisje leggen. Eerlijk gezegd verbaasde me dit niet eens, als ik door school loop zie
ik die telefoons nog steeds continu. Er wordt niet voldoende gehandhaafd. Waarom
niet? Omdat je een enorme grote mond krijgt? Omdat ouders je niet altijd steunen?
Omdat je er alleen maar superdruk mee bent en je tijd liever ergens anders in stopt?
Er zijn verschillende redenen waarom het niet gehandhaafd wordt, feit is wel dat als
je niet handhaaft je het jouw collega’s enorm moeilijk maakt. Want waarom bij de
één wel en bij de ander niet? Daarom via deze weg een oproep aan alle collega’s in
de school, maar zeker ook aan ouders om de regel ‘thuis of in de kluis’ te
handhaven, consequenties uit te voeren als dit niet gebeurt en te steunen bij
opgelegde consequenties!!!
Wat mij betreft mogen we wel de volgende stap zetten: ‘thuis of in de kluis’
gedurende de hele dag en niet alleen in de les, maar dus ook in tussenuren en in
pauzes. Laat de gezelligheid en de echte interactie maar weer terugkomen. Laten
we met elkaar praten, een potje tafelvoetballen, tafeltennissen, basketballen of
gewoon chillen. Misschien zelfs huiswerk maken ☺.
En ja ik hoor je denken: maar de docenten dan? Wat mij betreft geldt voor hen
hetzelfde. Er moet dan alleen een andere oplossing komen om in magister en
dergelijke te komen (wij moeten dit nu via een ‘authenticator’-app op onze mobiel
doen). Maar als die oplossing er is, laat ik met alle liefde mijn mobiel op kantoor! En
onze pauzes mogen ook gerust zonder mobiel hoor.
Geloof mij ik ben ook geen heilige, maar juist daarom ben ik voor. Ik zal direct
toegeven dat als ik in moet loggen in magister en ik zie dat ik een appje heb ik ook
even snel kijk of het belangrijk is of niet. Dus ook ik heb hulp nodig! En zo moeten
we het ook zien! Het is geen verbod omdat we vervelend willen zijn, nee we willen
onze leerlingen helpen! Er moet een veilige sfeer zijn waarin leerlingen kunnen leren
en er zijn allerlei wetenschappelijke bewijzen dat de mobiele telefoon daar een
negatieve invloed op heeft; op die veiligheid, op het vermogen om je te concentreren
etc. Ik kan hier nog wel kantjes vol over schrijven, maar voor nu hou ik op en sluit ik
af met: ‘Thuis of in de kluis’, we moeten het met elkaar doen.

Lees meer »

Actief leren

In een vorige blog had ik het over plannen en hoe een leerling zich nu het beste kan
voorbereiden op een toetsweek. Het begrip actief leren noemde ik toen met de belofte
om daar in een latere blog op terug te komen. Vandaag is die dag ☺


Actief leren, dit is niet hetzelfde als bewegend leren. Dit is weer een ander begrip. Bij
actief leren zien mensen soms direct iemand die hardlopend of springend aan het leren
is, maar dit is niet het geval. Jouw lichaam is niet actief, maar je hersenen moeten wel
actief aan het werk, vandaar actief leren.
Wat is dan passief leren? Dit is wat eigenlijk de meeste leerlingen doen en dat is
(her)lezen. Maar ook markeren en samenvatten is een passieve manier van leren.
Die laatste zorgt nog wel eens voor discussie en dat is terecht. Waarom? Als jij echt goed
kunt samenvatten en je bent is staat om de kern eruit te halen en dit in jouw eigen
woorden te doen, dan is het wel actief en dus ook effectief. Maar veel leerlingen die
samenvatten, schrijven het hoofdstuk (gedeeltelijk) over, wat niet actief is en dus ook
zeker niet effectief.


Nu is het zo dat de meeste leerlingen kiezen voor een passieve en dus niet effectieve
manier van leren. Waarom? Omdat dit gemakkelijker is, omdat ze geen andere manieren
kennen, omdat niemand ze heeft verteld dat het niet effectief is. Het geeft ook een
gevoel van herkenning, wat leerlingen nogal eens verwarren met het echt kennen en
kunnen toepassen van de stof.
Maar ook omdat het soms op de korte termijn er nog wel voor zorgt dat de cijfers wel
redelijk tot goed zijn. Maar op het moment dat het werk meer wordt (overgang po naar
vo of overgang onderbouw naar bovenbouw) en dat er van een leerling gevraagd wordt
niet alleen te leren voor dat SO’tje of die ene toets, maar dat ze het later ook nog
moeten weten dan wordt het ineens lastiger. Het is namelijk niet opgeslagen in het lange
termijngeheugen.


Ja mooi verhaal natuurlijk, maar wat nu? Wat is dan wel actief leren? Bij actief leren gaat
het er vooral om dat de leerling de stof uit het geheugen kan ophalen, er mee aan de
slag gaat, het gaat verwerken op een bepaalde manier in hun eigen woorden. Het is
beter om je iets te herinneren dan het gewoonweg op te zoeken en te herlezen. Ook als
dit betekent dat het niet meteen succes heeft. Als je daarna feedback krijgt en het juiste
antwoord terug weet, ga je dat wat je vergeten was in de toekomst trager vergeten. Zo
werkt ons brein.


Effectieve manieren van leren die een leerling zelf kan toepassen zijn bijvoorbeeld:
- Flashcards (steekkaartjes): deze worden nog wel eens gebruikt om woordjes te leren
in een andere taal, maar je kan ze ook gebruiken om bijvoorbeeld begrippen te leren
- Cornell-methode: dit is een manier van samenvatten die ervoor zorgt dat de leerling
het kort, bondig en in eigen woorden moet opschrijven in een bepaald schema
- Braindump (of free recall): schrijf alles op wat je nog weet en vul dit later aan (in een
andere kleur) met behulp van je boek/lesstof/aantekeningen etc.
- Oefentoetsen, diagnostische toetsen, de extra stof, de herhalingsstof, de
verdiepingsstof.
- Mindmap: maak een mindmap van de stof die je moet kennen.
- Zelftoetsing: maak zelf een toets over de stof met antwoordblad (en wissel deze uit
met een medeleerling en maak elkaars toets en kijk na)

 

Dit is wat een leerling zelf kan doen om actief te leren. Wel is het belangrijk dat een
leerling weet hoe hij/zij dit moet doen. Hier heeft de docent een belangrijke rol. Niet
door het alleen een keer uit te leggen, maar ook door het voor te doen en met de
leerlingen te doen.

Lees meer »

Wees jezelf!


Bovenstaande post kwam ik tegen op social media.Het sprak mij meteen aan. Waarom?
Omdat al deze dingen wel eens tegen of over mij gezegd zijn. En elke keer als
iemand dat tegen mij zei of wanneer ik via-via hoorde dat dit over mij gezegd werd,
deed dit iets met mijn zelfvertrouwen. Ik ging twijfelen of ik wel goed genoeg was,
ik ging me aanpassen om anderen tevreden te houden. Maar inmiddels ben ik
zover dat ik mijn kwaliteiten en valkuilen omarm. Ik ben nou eenmaal wie ik ben en
daar horen goede kanten bij, maar ook mindere. En wat voor de een goed is
(assertief), is voor de ander slecht (agressief). Dat wordt door iedereen weer
anders ontvangen. Dus ik kan me wel continu proberen aan te passen aan
degenen met wie ik ben, wat ik heel lang gedaan heb, maar dit is super vermoeiend!
Het is heus niet zo dat ik me nu helemaal niet meer druk maak om wat andere
mensen van mij vinden, dat doe ik zeker wel, dat hoort nou eenmaal ook een beetje bij mij.                                                               Alleen ben ik me er wel steeds bewuster van dat mensen toch wel wat van je vinden, hoe en                                                                wat je ook doet. Dus probeer ik me minder druk te maken, als iemand dit zegt of als ik dit                                                                   hoor. Ik denk dan bij mezelf; ‘wil ik dit veranderen of hoort dit bij mij?’ en ga er dan wel of                                                                      niet mee aan de slag.
Dit zou ik ook graag aan alle leerlingen meegeven; let op jezelf, in plaats van op al die
anderen. Probeer je ook niet druk te maken om wat anderen van je vinden en ga je al
helemaal niet aanpassen, omdat iemand anders dit wil of vindt dat jij dat moet doen. Wees
jezelf! Dus ga je niet anders gedragen, doe niet anders, pas je niet (te) veel aan een ander
aan en ga geen rare dingen doen om op te vallen.
Ik weet nog dat ik op de middelbare school, me echt heel anders kleedde dan mijn
klasgenoten en ook deed ik rare dingen met mijn haar. Waarom? Omdat ik de eerste twee
jaren gepest was en toen besloten had; dit gebeurt mij niet weer. Dus dacht ik ‘als ik nou
kies om ‘raar’ te zijn dan kunnen ze daar wel over praten, maar dan is het mijn keuze’. Dus
ik ging anders doen, omdat ik bang was gepest te worden. Absurd toch? Dus daarom
nogmaals: wees jezelf en doe je eigen ding, zolang je hier niemand anders bewust mee
kwetst of kleineert is dat het beste wat je kunt doen. Blijf dicht bij jezelf en ga niet gek, raar
of anders doen, omdat anderen dit verwachten of omdat jij je wilt aanpassen of wilt
opvallen. Maar wees jezelf! Met al je goede en minder goede kanten. En die mensen die
over je praten? Laat ze lekker links liggen, die zijn jou niet waard. Je bent goed zoals je
bent.

Lees meer »

Plannen

De toetsweek komt eraan, voor een aantal leerlingen is dit nieuw, anderen hebben
dit al eens eerder meegemaakt. Gemene deler is wel dat velen geen idee hebben
hoe ze zo’n week nou het beste aan kunnen vliegen.
Dat hele plannen is nog best lastig. Dat vinden niet alleen leerlingen, maar ook
collega’s vinden dit nog wel eens lastig en verschillen nogal eens van mening wat
dan de beste manier van plannen is.


Al jaren ben ik me aan het verdiepen in hoe leerlingen leren. Velen hebben geen
idee. Ze doen maar wat. De drie populairste leermanieren zijn ook drie manieren die
helemaal niet zo efficiënt en effectief blijken te zijn, namelijk; (her)lezen, markeren en
samenvatten.
Maar wat is dan wel effectief? Los van hoe je moet leren is een van de belangrijkste
zaken bij het leren leren het onderdeel plannen.


Plannen is namelijk niet:
Je toetsen in je agenda schrijven (of nog erger, magister openen en in magister
kijken wanneer je toets is).
Het is ook niet:
Niets doen en de avond ervoor nog even alles doorlezen of de avond ervoor flink
stampen.
Het is ook niet:
In je agenda schrijven ‘Engels leren’.


Maar wat dan wel? Als je gaat plannen doe je dit volgens een aantal stappen:
• Eerst noteer je wat je nou precies moet kennen/kunnen voor de toets.
• Dan verdeel je de stof in hapklare brokken.
• Dan kies je voor een actieve manier van leren (nee dit betekent niet dat je
erbij gaat springen of rondjes rennen, wat het wel betekent zal ik in een
volgende blog beschrijven).
• Dan plan je die hapklare brokken in, bij voorkeur in een papieren planagenda
en je zorgt hierbij voor herhaalmomenten.
• Als laatste en belangrijkste, zorg ervoor dat je doet wat je zelf hebt
opgeschreven, oftewel dat jij je aan jouw eigen planning houdt.


Samengevat vraag je je af WAT je nou precies moet doen/kennen/kunnen, HOE je
dat gaat doen, HOE VAAK je dat gaat doen en WANNEER je dat gaat doen.


Als je het mij vraagt moeten wij als volwassenen onze kinderen hier echt bij helpen.
Alleen maar roepen, kinderen kunnen nog niet plannen, daar is hun brein nog niet
klaar voor, daar help je ze niet mee. Het klopt dat dat brein nog volop in ontwikkeling
is en leerlingen op de middelbare school nog niet goed kunnen plannen en
organiseren. Maar dit betekent niet dat ze dit niet kunnen leren! Het vraagt alleen
wel wat van ons; de docenten en de ouders/verzorgers. En dan bedoel ik niet dat we
ze een agenda geven en zeggen ‘hier ga maar plannen, dat is handig’. Nee we
moeten ze het voordoen, we moeten ze begeleiden, we moeten ze helpen zodat ze
er langzaam steeds een beetje beter in worden. En ook dit zal net als al het andere
wat ze al geleerd hebben met vallen en opstaan gaan en dit vraagt dus om geduld
en doorzettingsvermogen van ons.


Om nog even terug te komen op waar ik mee begon; de eerste toetsweek van het
schooljaar komt eraan en een aantal gaat daar vol vertrouwen in, maar er zijn ook
leerlingen die volledig in de stress schieten. Wat kun je als docent/ouder/verzorger
nou doen?
Geef ze advies! Hieronder een aantal tips:
- Begin op tijd!! Dit heeft dus alles te maken met het maken van een goede
planning.
- Zorg voor genoeg herhaalmomenten. Hierbij is het maken van die goede
planning dus wederom belangrijk.
- Zorg voor een goede werk/studieplek zonder afleiding.
- Zorg voor actieve, korte pauzes tussendoor. Kom even in beweging, ga naar
buiten, geef die hersenen wat rust.
- Maak oefentoetsen om te checken of je de stof ook daadwerkelijk beheerst en
kunt toepassen!
- Zorg dat je genoeg slaapt, beweegt en gezond eet (dit is natuurlijk altijd
belangrijk, maar in zo’n week nog een beetje meer).
- Vraag om hulp, aan ouders/docenten/vrienden om samen te leren, te
overhoren etc.
- En voor stress tijdens de toets: ontspan! Als je het even niet weet, schiet niet
in de stress, maar adem een aantal keer diep in en uit en ga verder. Vragen
die je niet weet sla je over en kom je later op terug.
Als laatste wil ik tegen alle leerlingen die bijna een toetsweek hebben zeggen: ZET
HEM OP, JE KAN HET ☺.
En als de uitslagen dan toch tegenvallen? Lees dan deze blog nog eens en kijk wat
jij in de voorbereiding naar de volgende toetsweek anders kunt doen.

Lees meer »

Schoolkamp

Eindelijk was het weer zover, na een aantal jaren corona en dus geen kamp, was er
dit jaar eindelijk weer een kamp. Zo fijn dat dit gewoon weer kan.
Er waren dit jaar twee keuzes (ik heb het over VMBO en TL); Parijs of Tsjechië. Ik zit
niet in de schoolkampcommissie maar werd wel gevraagd of ik mee wilde. Ik wist
meteen dat ik mee wilde, eigenlijk ga ik altijd wel mee, maar dit jaar wilde ik heel
graag mee. Ik heb dit jaar geen lesgegeven aan de derdejaars, ik had alleen maar
examenklassen, maar deze leerlingen krijg ik natuurlijk wel in de vierde en kamp is
een superleuke manier om de leerlingen alvast de leren kennen. Daarom viel mijn
keuze ook op Tsjechië, want de meeste Techniekleerlingen gingen daar heen. Maar
goed zoals ik al zei had ik er enorm veel zin in. Totdat ik het programma onder ogen
kreeg…. Pff dat was heftig.


Zondagavond 21:00 uur vertrek (dus overnachten in de bus)
Maandagochtend rond 7/8 uur aankomst Ertsgebergte.
Maandag 10:00 uur mountainbiken
Maandagmiddag: klimmen en abseilen
Maandagavond: Nighttrail
Dinsdagochtend vroeg uit bed, want ’s ochtends Theresienstadt (voormalig
concentratiekamp) en ’s middags puzzeltocht in Praag. ’s Avonds laat weer terug.
Woensdagochtend: mountain scooter
Woensdagmiddag: biatlonschieten, boogschieten en tokkelen
Woensdagavond weer naar Nederland (dus opnieuw overnachten in de bus)


Kan er nog meer gepropt worden in 3 dagen? Natuurlijk allemaal leuke dingen, maar
ik zag als een berg op tegen die eerste nacht, slapen in de bus dat wordt niks.
Maar goed het viel allemaal reuze mee, slapen in de bus op de heenweg is trouwens
amper gebeurd, maar op adrenaline stapten we vol goede moed op de
mountainbike. Maar man oh man, wat kunnen die leerlingen klagen. Wat was het
zwaar; zere benen, knieën, te zwaar, niet menselijk, kindermishandeling, lopen ipv
fietsen het viel allemaal niet mee. Wel goed voor mijn eigen ego trouwens, ik fietste
meer dan de helft van de leerlingen er met gemak uit, ik ben gewoon fitter dan de
meeste 15/16 jarigen. Wat natuurlijk wel zorgelijk is….
Ook tijdens de hoogte activiteiten, het klimmen en abseilen, waren mijn collega’s en
ik enthousiaster dan de leerlingen. Wij gingen wel, maar de leerlingen hadden nogal
wat overredingskracht nodig; klimmen hebben uiteindelijk velen wel geprobeerd,
maar abseilen was voor bijna iedereen toch te eng, hoog, saai, suf.


Ik zal jullie verder niet vermoeien met het beschrijven van het hele programma, maar
wil jullie niet onthouden van de meest gestelde vragen tijdens kamp:
- is hier ook WIFI?
- wat is de WIFI code?
- hoe laat gaan we weer naar het hotel?
- is er ook normaal eten?
- kunnen we al bijna gaan?


Toen we donderdagochtend thuiskwamen, kwam ik er trouwens wel achter dat ik
zeker geen 15 meer ben. Ik was KAPOT!! En heb echt meerdere dagen nodig gehad
om een beetje bij te komen. Waar ik vroeger zonder moeite een nachtje kon
doorhalen, waren deze 4 nachten van amper slaap toch echt een nekslag.

 


Ik wil alle leerlingen en mijn collega’s bedanken voor een superkamp! Want ondanks
het geklaag (hoort ook bij de leeftijd natuurlijk) hebben we het fantastisch gehad. We
hebben een mooi afwisselend programma gehad, we hebben leuke gesprekken
gevoerd, we hebben samen gezongen, we hebben gelachen, we hebben
geouwehoerd, we hebben naar afschuwelijke muziek geluisterd (piraten ☺) en
volgens mij zijn we dichter bij elkaar gekomen. Mooie afsluiting van het schooljaar en
ik heb nu al zin om met deze leerlingen te starten volgend jaar, wat een leuke groep!
Als laatste wil ik via deze weg iedereen; leerlingen, collega’s en ouders/verzorgers
een hele goede zomer wensen en we zien elkaar weer in september!

Lees meer »