Fatsoen betekent ‘goede manieren in de omgang’ volgens de Van Dale. Maar wat
zijn dan goede manieren? Goede manieren veranderen ook met de tijd. Waar ik
bijvoorbeeld als kind ‘u’ tegen mijn opa en oma moest zeggen, willen mijn ouders
niet dat mijn kinderen ze zo aanspreken. Jij en je is prima. Ik zei en zeg nog steeds
‘u’ tegen mensen die ouder zijn dan ik of mensen die ik niet ken. Mijn kinderen niet.
Soms wel, soms niet. Daar ben ik dus schijnbaar ook makkelijker in geworden.
Ik snap ook dat dingen veranderen met de tijd, maar ik moet eerlijk zeggen dat het
gebrek aan fatsoen wel echt iets is waar ik me dagelijks over kan opwinden. En
opwinden is dan nog voorzichtig uitgedrukt. Soms maakt het me boos of zelfs woest.
Ik heb al eerder over iets soortgelijks geschreven, maar zoals ik al zei houdt het me
nogal bezig. Het is zelfs voor mij zo dat ik af en toe twijfel over mijn baan als docent.
Dit geldt trouwens ook voor collega’s. De laatste tijd heb ik meerdere collega’s boos,
verdrietig, gefrustreerd en geïrriteerd gezien. En als ik ze sprak ging het vaak over
het gebrek aan fatsoen. Van leerlingen, maar ook soms van ouders.
We zijn geen bedienden in dienst van de leerling en/of de ouders. Wij zijn
vakmensen met een passie voor kinderen, anders doe je dit werk niet. Ik zeg niet dat
we perfect zijn, maar ik ga ervan uit dat iedereen gekozen heeft voor een baan als
docent vanuit liefde voor de leerlingen. We zullen fouten maken, we zullen dingen
doen die misschien beter of anders hadden gekund, maar we staan er wel. Dag in,
dag uit, omdat we gek zijn op ons werk. En ook kinderen hebben het recht om fouten
te maken, om het opnieuw te proberen en nog een keer een fout te maken. Maar er
zijn grenzen. En wij als volwassenen moeten deze bewaken. Het is niet normaal dat
een kind een docent (of anderen) uitscheld voor k****rh**r of k*tw**f of t****gl***r of
weet ik wat niet meer. Het is al helemaal niet normaal dat leerlingen de docenten
bedreigen. Toch wordt dit goedgepraat, ik kan daar niet bij. Vanzelfsprekend zijn wij
er om onze kinderen zo goed mogelijk te begeleiden, maar het opvoeden ligt toch
echt nog steeds voor een groot gedeelte thuis. En denk als ouder alsjeblieft niet: ‘dat
doet mijn kind niet’, want je bent er niet altijd bij. Je hebt geen idee. Vanzelfsprekend
hoop je dat jouw kind dat niet doet, ik zou het ook verschrikkelijk vinden als mijn kind
dat soort dingen zou doen. Maar ik zou het wel willen weten en geloof mij dan zullen
er ook zeker consequenties aan vast zitten. En soms, ja om eerlijk te zijn, zou ik wel
eens een camera bij me willen dragen om te laten zien hoe sommige leerlingen zich
gedragen.
Hoeveel van jullie praat wel eens met je kind(eren) over fatsoen? Thuis als ouder, of
op school als docent? Spreken jullie ze aan als ze de grens overgaan? Ook als dit in
de gangen (op school) of op straat gebeurt? Of kijk je weg? Ik denk dat wij als
docenten en als ouders de handen ineen moeten slaan en onze kinderen vertellen
wat fatsoen is. Wat kan wel en wat kan niet. Ga erover in gesprek. Maar praat niet
alleen, zorg ook dat je grenzen bewaakt! Alleen als we dit met z’n allen doen kunnen
we wat veranderen. Want er zijn velen die het met mij eens zijn, zowel collega’s als
ouders, als vrienden, noem maar op. Toch is er echt iets aan het veranderen in de
maatschappij. Laten we niet verder afglijden, maar laten we het woord ‘fatsoen’ weer
terugbrengen in onze actieve vocabulaire.
Zeg dat het niet normaal is als politici elkaar uitschelden of bedreigen. Zeg dat het
niet normaal is om brandweerlieden, ambulancebroeders, politieagenten uit te
schelden of nog erger aan te vallen. Zeg dat het gedrag van bepaalde
voetbalsupporters niet normaal is. Zeg dat het niet normaal is om te schelden of je
vinger uit te steken als er iets gebeurt wat je niet aanstaat, bijvoorbeeld in het
verkeer. Zeg dat je anderen niet moet (be/ver)oordelen op hun kleding, uiterlijk,
geloof, ras, huidskleur etc etc. Confronteer je kind(eren) met asociaal gedrag en laat
zien hoe het ook kan. Spreek mensen in je omgeving ook aan als zij zich asociaal
gedragen. Leef het voor! Geef het goede voorbeeld en vraag weer om fatsoen!
Want als we dit met z’n allen doen, doen we misschien ook iets aan al die tekorten in
het onderwijs, de zorg, de hulpdiensten etc. Dat zou toch mooi zijn. Want zonder al
deze mensen kunnen we niet, dus laten we wat meer respect voor ze hebben. En
dat begint volgens mij in de school! Als ouders en al het onderwijspersoneel samen!
Reactie plaatsen
Reacties